Selecteer een pagina

Dat je wél aan die roze olifant denkt is logisch: onze hersenen visualiseren wat je leest. Zo gaat dat ook bij (commerciële) teksten. Wil je overtuigen, dan leg je de focus op de positieve dingen: bevat een product 20% vet of is het 80% vetvrij?

Dit is de roze olifant

Vandaag opende ik mijn mailbox, waarbij het eerste bericht een auto-reply was met: ‘Ik ben
helaas niet aan het werk vandaag’. Eh, niet aan het werk? Dus je bent niet in staat om mijn vraag te beantwoorden? Wanneer dan wel? Heb je er uberhaupt zin in?

Deze afzender was duidelijk niet op de hoogte van de roze olifant: niet aan het werk. Wat mijn brein na het lezen van deze zin voor zich zag, was een onbeantwoorde vraag voor onbepaalde tijd. Geen fijn begin van de dag.

Beter is:

Na mijn vrije dag beantwoord ik direct al mijn mail, dus ook die van jou.

Alle mail? Wat goed. Ik wacht het rustig af.

Deze omgekeerde roze olifant vind je overal terug:

Niet: zonder alcohol. Wel: alcoholvrij.
Niet: Geen paniek! Wel: wij zorgen dat het goed komt.
Niet: verlegen. Wel: bedachtzaam.
Niet: brutaal. Wel: assertief.
Niet: werkeloos. Wel: werkzoekend.

Elke keer wanneer je de vraag oproept, heb je de herinnering aan die negatieve betekenis. Draai je dit om, dan schrijf je optimistisch.

5 tips om te focussen op de positieve kant

Bevat een product 20% vet of is het 80% vetvrij? Is je aanmelding nog niet goed, of is je aanmelding bijna goedgekeurd? Het eerste voorbeeld zorgt voor angst, het tweede voor motivatie. Negatieve woorden zetten alle alarmbellen aan, positieve woorden hebben een tegenovergesteld effect: ze masseren je brein.

Als je iemand wilt overtuigen kun je altijd gebruik maken van deze techniek. Met hulp van onderstaande vijf tips schrijf je al snel een stuk positiever:

1. Gebruik zo weinig mogelijk ontkennende woorden
Teksten staan er vol mee: woorden als ‘niet’ en ‘geen’. Je kunt deze vrijwel altijd ombuigen naar iets positiefs.


Neem het voorbeeld uit mijn eerste alinea:

Ik ben niet aan het werk vandaag en daarom niet in staat mijn mail te beantwoorden.

Zonder ontkenning:

Goed nieuws: morgen ben ik aan het werk en beantwoord ik direct al mijn mail.

2. Vermijd moeten
Het woord ‘moeten’ heeft een negatieve smaak: niemand ‘moet’ iets. ‘Morgen moet iedereen om 09.00 uur op kantoor zijn’. Vriendelijker is: ‘Zorg dat je voor 09.00 uur op kantoor bent, dan kunnen we op tijd beginnen’.

3. Kies een positieve insteek
We hebben het vaak over een verandering in de situatie: ‘We zijn zaterdag tot 10.00 uur gesloten. Beter is: ‘We staan zaterdag vanaf 10.00 uur voor u klaar.’

4. Wees niet over-positief
Je kunt te snel overdrijven in je communicatie: niet alles is geweldig, fantastisch en uniek. Wees realistisch en zorg dat je doelgroep jouw tekst niet associeert met verkooptaal.

5. Zet negatieve woorden tussen positieve
Het is niet mogelijk om alle ontkennende en negatieve woorden om te draaien, soms heb je ze nodig om iets uit te leggen. Klem ze in tussen positieve woorden, zodat je afwisselt met een goed en slecht gevoel en afsluit met iets positiefs:

Volgende week hebben we op maandag vrij, er is dan geen les. Op vrijdag is er wel weer een moeilijke toets, maar als je het goed voorbereid vind je alle antwoorden in het lesboek.

Kortom: laat de woorden voor je werken

Of je nu een appje stuurt naar je vrienden of een brief naar je droombaan: gebruik positieve woorden en voorkom negatieve of draai ze om.

Op die manier komt je boodschap over zoals je die daadwerkelijk bedoelt.

Zo maak je van een roze olifant een roze wolk!