Na twee jaar en twee prikken heeft corona me in de smiezen. Wat rest is isolatie. Wat ook rest is tijd. Tijd voor klussen die ik al tijden uitstel: ik verf die ene muur, zet spullen op marktplaats en pluis de laatste verhuisdozen uit. Natuurlijk kan ik nu ook veel niet, maar wie maak ik daar blij mee?
Dit is positief schrijven
De wereld is klein als je schrijft over wat dat niet kan. Het vernauwt en verstikt, maakt je passief of zelfs boos en geeft een onrustig en onvervuld gevoel.
De wereld is een fantastische plek als je schrijft over leuke en opwindende dingen. Dingen die je doen verheugen en verlangen. Het inspireert en zet je in beweging.
Kijk maar:
Negatief: Wegen omstandigheden zijn we tot 1 april dicht.
Positief: Wij zijn op vakantie. Vanaf 1 april staan we weer voor u klaar.
Fijn, dat ze weer klaar staan.
Negatief: Je betaalt geen onderhoudskosten.
Positief: Je krijgt gratis service.
Fijn, gratis!
Negatief: Geen probleem!
Positief: Graag gedaan.
Onbewust is er geen probleem aanwezig. Fijn!
Zie je wat de optimistische woorden doen? Ze maken de boodschap aantrekkelijk. Negatieve woorden doen het tegenovergestelde: ze stoten af en maken elke boodschap naar.
En daar is het leven te kort voor.
In 5 stappen naar een positieve tekst
1. Laat niet en geen weg
De ontkennende woorden niet en geen kun je altijd ombuigen naar iets positiefs. Ook al zit het tegen. Ook al is er geen uitweg. En ja, ook al test je positief op corona, kijk maar naar de inleiding van dit stuk. Ik kan vertellen wat ik allemaal mis, maar wie zit daar op te wachten? Wat niet betekent dat je het negatieve negeert, maar dat je het accepteert en ermee om leert gaan.
2. Vermijd moeten
Ga je van A naar B, dan moet je verplaatsen. Als het tocht, moet het raam dicht. Als je positief wil leren schrijven, dan moet je dit artikel lezen. Je moet natuurlijk niks. ‘Zorg dat je morgen op tijd bent’ klinkt beter dan ‘Morgen moet je op tijd zijn’.
3. Benoem het voordeel
Soms richt een zin zich op iets negatiefs. Met het noemen van het grootste voordeel draai je dit makkelijk om naar iets positiefs:
Negatief: Je mag hier niet roken.
Positief: Dit is een rookvrije zone.
Negatief: Aarzel niet om ons te bellen.
Positief: Bel ons gerust.
Negatief: We laten je niet wachten.
Positief: We zijn er op tijd.
4. Eindig met iets positiefs
Soms kom je er niet onderuit. Eindig dan met iets positiefs. Denk aan: ‘Het lezen van deze blog kost je vijf minuten, maar daarna weet je precies hoe je positief schrijft’, of: ‘We hebben helaas geen lunch, maar tegenover het gebouw zit de beste broodjeszaak van het dorp’.
5. Blijf realistisch
Uit onderzoek blijkt dat we in elke taal vaker positieve woorden gebruiken dan negatieve. Toch is het verstandig om niet over-positief te schrijven, met woorden als geweldig of fantastisch. Dit kan overdreven en te commercieel overkomen. Bedenk met welke woorden je het juiste positieve gevoel overbrengt.
Positief schrijven = omdenken
Het voelt in het begin misschien wat onwennig, maar je kunt alles omdenken. Het gaat om het erkennen van elke denkbare situatie en het omzetten naar iets positiefs.
Zo maak je naast je boodschap óók de wereld om je heen een stukje mooier.