Wil je dat je teksten vlotter, krachtiger en overtuigender klinken? Probeer actief schrijven. Met deze techniek maak je elke zin levendig, helder en to the point. Door concreet te benoemen wie of wat de hoofdrol speelt, voorkom je onnodig trage en omslachtige zinnen.
In dit artikel leer je stap voor stap hoe je passieve zinnen omzet naar actieve – en hoe je tekst daarmee direct verbetert.
Wat is actief schrijven?
Net zoals er actieve en luie mensen bestaan, heb je ook actieve en luie zinnen.
Een passieve zin is traag en omslachtig. Je herkent ze vaak aan de hulpwerkwoorden worden en zijn. Ze zorgen ervoor dat het onderwerp inactief blijft.
Een actieve zin daarentegen zet de hoofdrolspeler centraal. Hierdoor wordt direct duidelijk wie of wat iets doet, en leest je tekst veel vlotter.
💡 Voorbeeld:
❌ Passief: De fietsen zullen worden opgeruimd door de parkeerwacht.
✅ Actief: De parkeerwacht ruimt de fietsen op.
Zie je het verschil? De actieve zin is korter, directer en komt tot leven.
5 stappen naar actief schrijven
Wil je je teksten scherper en krachtiger maken? Volg dan deze vijf stappen:
Stap 1: Zet de hoofdrolspeler vooraan
Bepaal wie of wat de actie uitvoert en zet dat vooraan in de zin. Hierdoor wordt het onderwerp belangrijk én actief.
💡 Voorbeeld:
❌ Passief: Er wordt vandaag gevoetbald met de buren.
✅ Actief: Wij voetballen vandaag met de buren.
❌ Passief: Al het werk is door mijn buurman gedaan.
✅ Actief: Mijn buurman heeft al het werk gedaan.
Door de hoofdrolspeler aan het begin te plaatsen, krijgt de zin meer energie.
Stap 2: Vermijd passieve werkwoorden
Wanneer je niet benoemt wie of wat iets doet, sluipen passieve werkwoorden de tekst in. Dit maakt een zin afstandelijk en onduidelijk.
💡 Voorbeeld:
❌ Passief: Uw bericht wordt in behandeling genomen.
✅ Actief: Wij nemen uw bericht in behandeling.
Acties:
🔹 “Wordt genomen” → veranderd naar “nemen”.
🔹 “Wij” → toegevoegd én vooraan geplaatst.
Stap 3: Vermijd overbodige hulpwerkwoorden
Woorden als zullen, kunnen en mogen zijn vaak overbodig. Ze maken een tekst trager en minder overtuigend.
💡 Welke oproep klinkt krachtiger?
❌ “Je kunt deze blog lezen. Dan zal je iets leren over actief schrijven.”
✅ “Lees deze blog. Dan schrijf je straks ook actief.”
De tweede zin klinkt directer en krachtiger.
Stap 4: Omzeil voltooid deelwoorden
Voltooid deelwoorden (gewerkt, gezeten, gelopen) kunnen de snelheid uit je zin halen. Soms is een tegenwoordige of verleden tijd sterker.
💡 Voorbeeld:
❌ “Vandaag hebben we weer eens heerlijk in de zon gezeten.”
✅ “Vandaag zaten we heerlijk in de zon.”
De actieve vorm maakt de zin dynamischer en beeldender.
Stap 5: Pas op met twijfelwoorden
Woorden als vaak, meestal, misschien, wellicht, eventueel, mogelijk, waarschijnlijk halen de overtuiging uit je tekst.
💡 Voorbeeld:
❌ “Mogelijk kunnen we je daarbij helpen.”
✅ “We helpen je daarbij.”
Door twijfelwoorden weg te laten, klinkt je boodschap veel sterker.
Moet je altijd actief schrijven?
Nee. Soms is de passieve vorm nuttig:
🔹 Als je niet weet wie iets doet: “Er is ingebroken in het gebouw.”
🔹 Als de actie belangrijker is dan de uitvoerder: “De factuur is betaald.”
De kunst is balans. Geef de voorkeur aan actieve zinnen, maar gebruik passieve zinnen waar nodig.
Wil je écht levendig schrijven? Benoem concrete personen, gebruik metaforen en voorbeelden, en experimenteer met synoniemen.
🚀 Klaar om je teksten tot leven te brengen? Begin vandaag nog met actief schrijven!